Sporen en navigatie
Navigatie is het plannen van een route om vervolgens via deze route van begin- naar eindpositie te verplaatsen. Navigeren is dan ook iets wat al duizenden jaren plaats vindt. Waar onze voorouders gebruik maakten van de stand van de sterren en de zon, daar gebruiken wij tegenwoordig een navigatiesysteem en horloge voor. Hoewel beide technieken werken heeft de moderne manier een groot nadeel. Het vereist namelijk spullen die kapot kunnen gaan of die we simpelweg vergeten mee te nemen. In dit artikel behandelen we dan ook enkele navigatiemanieren die weinig tot geen moderne materialen vereisen.
Ga meteen naar:
1. Astronavigatie
2. Het noorden
3. Kompas
4. Kaartlezen
Astronavigatie
Of je nu navigeert op de 57 sterren, de maan, de zon of de vier planeten (Venus, Mars, Jupiter en Saturnus), je begint altijd met een plaatsbepaling. Als je niet weet waar je bent kun je nu eenmaal moeilijk een juiste route uitzetten. Bij een plaatsbepaling zijn de nauwkeurigheid, de waarneming- , verwerkingstijd en de interval tussen de waarnemingen van belang. Elk van deze punten kan de juistheid van je positie beïnvloeden en daarmee ook je te kiezen route.
Het bepalen van je positie begint met het meten van de hoogte (in graden) van een hemellichaam boven de horizon. Door deze meting, de bijbehorende tijd en een geschatte positie kan je een lijn op de kaart plaatsen. Door twee metingen te doen en het snijpunt van de lijnen te nemen kom je in de buurt van je positie. Deze pdf en onderstaand boek geven een goede uitleg over deze methode.
Een gemakkelijker manier om te weten waar je bent is door om je heen te kijken. Je kan je locatie herkennen doordat je er al eerder bent geweest of door een beschrijving ervan. Een kaart van de omgeving kan je hier goed bij helpen. Een techniek die vroeger regelmatig werd gebruikt is het bekijken van de bodem en de begroeiing. Bepaalde bodemtypes en soorten begroeiing komen alleen op bepaalde plekken voor. Zo konden schippers bijvoorbeeld hun locatie bepalen door een monster te nemen van de zeebodem.
Tegenwoordig wordt er veel gebruik gemaakt van een radiobaken. Door een radiosignaal uit te zenden kun je de afstand en richting bepalen tot het baken. Doordat de locatie van het radiobaken bekend is weet je vervolgens ook waar jij je bevind. De meest toegepaste manier is echter de GPS.
Het noorden
Zodra bekend is waar je bent kun je ervoor kiezen om een bepaalde windrichting op te gaan. Weten waar je bent betekend echter niet altijd dat je weet waar het noorden is. Twee simpele methodes om hier achter te komen zijn door gebruik te maken van de Poolster, en door de zon in combinatie met een goed functionerend horloge.
De Poolster is een ster die dicht bij het verlengde van de aardas aan de hemelpool ligt. Doordat de aarde rond draait lijken de sterren te bewegen. Omdat de Poolster bijna recht boven de aardas ligt lijkt deze niet te bewegen. Hoewel de Poolster niet precies het noorden aangeeft is het zeker een goede indicatie.
De Poolster kun je vinden door de Grote beer of de Kleine beer op te zoeken. Vanaf de Grote beer kun je vijf keer je handbreedte omhoog plaatsen en dan vind je de Poolster. (de Grote beer is vaak makkelijker te herkennen)
Is het dag dan kun je beter het noorden bepalen met gebruik van je horloge. Als je op het noordelijk halfrond bent, dan richt je de kleine wijzer richting de zon. Vervolgens neem je het middelste punt tussen de kleine wijzer en de 12. Dit middelste punt wijst nu richting het zuiden.
Als je op het zuidelijk halfrond leeft, dan is de methode iets anders. Je richt dan de 12 naar de zon en het middelste punt wijst dan richting het noorden.
Naast bovenstaande methodes zijn er door de jaren heen veel manieren ontdekt om het noorden te bepalen. Zo kun je kijken aan welke kant mos en andere begroeiing zich van een boom bevindt. Je kan de dikte van de jaarringen in een boom bekijken om de windrichting te bepalen, of op zoek gaan naar vogelnestjes. En je kan een naaldboom opzoeken en bepalen of de top echt de zon volgt. Echt betrouwbaar zijn deze methodes helaas niet. Het vereist veel kennis van de omgeving en de natuur om deze methodes op de juiste manier te interpreteren.
Het kompas
Het meest gebruikt en waarschijnlijk de meest betrouwbare manier om het magnetische noorden te bepalen is een kompas. Dit is een draaibaar opgestelde magneet die zich richt op het magnetische veld van de aarde. Een magnetisch kompas wijst naar het magnetische noorden. Het nadeel hiervan is dat dit niet overal op aarde overeenkomt met het geografische noorden. Deze afwijking moet dan ook altijd mee berekend worden in het bepalen van je route. Gelukkig geven kaarten deze afwijking vaak aan. In Nederland is deze afwijking klein genoeg om te verwaarlozen.
Voor een complete beschrijving van het kompas en hoe dit te gebruiken lees het volgende artikel.
Bekijk al onze kompassen: Kompas Ranger