Vissen en jagen
Het vangen van een vis kan een koud kunstje lijken. In Nederland kun je overal vissers spotten die met enige regelmaat een vis uit het water trekken. Dit komt vaak dankzij de ideale omstandigheden en door de goede uitrusting. Daar komt nog bij dat ze vaak de perfecte vislocatie hebben uitgezocht. In dit artikel behandelen we de verschillende methodes om een vis te vangen, waarbij we ervan uitgaan dat er geen beschikking is over een dure uitrusting.
Ga direct naar:
Algemene informatie vissen
Locatie
De hengel
Het aas
Algemene informatie vissen
Een vaardigheid waarvan met recht gezegd kan worden dat deze je overlevingskans zal vergroten, is het kunnen vangen van vis. Doordat 71% van het aardoppervlak uit water bestaat, is de kans groot dat er vissen in je directe omgeving te vinden zijn. Vissen zijn enorm rijk aan vitamines, mineralen, eiwitten en gezonde vetten. Vitamines die je in een vis vindt zijn vaak van het type A, B en/of D. Deze vitamines stimuleren onder andere de stofwisseling en het geheugen. Mensen die langdurig met weinig voedsel hebben moeten leven, kampen dan ook vaak met geheugenverlies.
De mineralen in een vis zijn essentieel voor je geheugen en mentale gezondheid. Tevens beïnvloeden zij je hartprestaties, zuurstofopname en de kwaliteit van je botten. Naast vitamines en mineralen bevatten vissen ook eiwitten. Deze stimuleren het herstel van het lichaam, regelen de spijsvertering en maken afweerstoffen aan. Iets wat tijdens survivalsituaties goed van pas kan komen. Daarnaast heeft een vis veel gezonde natuurlijke vetten. Vooral in een survivalsituatie zijn deze vetten onmisbaar. Het menselijk lichaam heeft namelijk vet nodig voor energie en tegen de kou.
Locatie
Bij het vangen van een vis wil je zo weinig mogelijk aan het toeval over laten. Observeer het water en zoek voor verhoogde activiteiten, oftewel een potentiële visstek. Ook de stroming kan een goede indicatie zijn voor een goede vislocatie. Kribben, baaien, inhammen en obstakels in het water zorgen voor een plek waar vissen kunnen uitrusten. Een extra voordeel van een zwakke stroming is dat je aas op dezelfde plek blijft. Als laatste moet je erop letten dat de locatie waar je staat niet te hoog boven het water uit steekt. Dit kan het uit het water halen van een vis erg moeilijk maken. Tevens kan je schaduw op het water de vissen laten schrikken.
Voordat je begint met vissen kun je eerst de diepte van het water bepalen. Dit kan door een tak in het water te steken. Markeer de plek waar nat en droog zich scheiden op de stok en pas je dobber aan. Probeer tijdens de voorbereiding te controleren of er geen algen en andere planten zijn waar je haak achter kan blijven hangen. Dit kan ervoor zorgen dat je draad en haak moet opgeven.
Hengel
In Nederland zijn er ruim 2 miljoen sportvissers en waarschijnlijk hebben ze allemaal hun eigen hengel. Hengels met ingewikkelde constructies en technieken om maar zo snel en veel mogelijk vissen te vangen. Zonder de juiste kennis en manier van vissen kom je echter niet ver. Het idee achter een hengel is op zich vrij eenvoudig. Je bevestigt lokaas aan een haak, het haakje aan een draad en het draad aan een stok. Zodra een vis het aas inslikt, haal je de hengel van een 90°- naar een 45° graden positie, ten opzichte van je eigen lichaam. Door dit met enige kracht te doen, zorgt deze beweging ervoor dat de haak in de bek van de vis wordt getrokken.
Een hengel in 45° positie, kort na een aanbeet
Door een dobber aan het draad vast te maken, weet je of er activiteit is rondom het lokaas. Mocht het lokaas niet zwaar genoeg zijn dan kan een gewicht aan het draad vastgebonden worden. Dit zorgt ervoor dat de haak naar de gewenste diepte zinkt. In een survivalsituatie heb je waarschijnlijk geen hengel bij de hand en moet je er zelf één maken. Ideaal voor het maken van een hengel is bamboe maar ook een gewone tak kan al voldoende zijn.
Test de flexibiliteit van de tak door het natuurlijke uiteinde te buigen. Droge takken die op de grond liggen zijn over het algemeen ongeschikt. Bovenstaande foto laat zien waarom een flexibele punt zo belangrijk is.
Wie geen draad en haakjes in zijn survivalkit heeft gestopt moet dit vervolgens zelf gaan maken. Veel stengels van planten en algen bestaan uit sterke draden. Probeer de buitenste laag van de stengel in smalle breedtes af te scheuren. Laat ze vervolgens enige tijd drogen en vlecht eventueel een aantal stengels samen om de trekkracht te vergroten. Vroeger werd voornamelijk de stengel van de hennepplant gebruikt om touwen te maken. Op onderstaande foto is een touw te zien welke gemaakt is van Lisdodde.
Voor het maken van een haak kun je het beste iets van je eigen uitrusting gebruiken. Een staaldraad, een paperclip, een speld of een ander bewerkbaar stukje metaal kan voldoende zijn. Vaak bevatten schoenen, rugzakken, riemen en brillen delen van metaal. Een natuurlijke manier voor het maken van een haakje is door het gebruik van botten, tanden en/of flinke doornen. Een stokje omringt met genoeg aas kan echter ook werken. Maak de haak goed scherp door het bijvoorbeeld over een steen te schuren.
Omdat de hengel naar boven beweegt tijdens het zetten van de haak, zal het scherpe puntje van de haak ook naar boven moeten wijzen. Door weerhaken in de haak te maken verklein je de kans dat de vis kan ontsnappen.
Voorbeeld van een hengelsysteem, inclusief een dobber (waterplant) en gewicht (steen gewikkeld in stof) waarbij het aas net boven de bodem wordt aangeboden.
Het aas
Kleine insecten en weekdieren zoals wormen, maden, larven, rupsen en slakken zijn zeer goed te gebruiken als aas. Deze insecten leven meestal in een vochtige en warme omgeving. Door wat grond om te woelen of een boomstam op te tillen vind je al snel wat aas. Een andere oplossing is een maïskorrel of een klein bolletje deeg.
In zoet water zwemt een grote vis vaak wat dieper en soms zelfs bijna tegen de bodem aan. In de sportvisserij wordt het aas dan ook net boven de bodem geplaatst. Bij zomers weer kan dit gedrag veranderen en zwemmen veel vissen vlak onder het wateroppervlak. De hoogte van het aas is zeer belangrijk, je wil nu eenmaal dat de vis het aas opmerkt. Door een steen in een doekje te wikkelen en deze vervolgens aan het draad te bevestigen, zorg je ervoor dat het aas naar de juiste diepte zakt. Een goede afstand tussen het gewicht en het haakje is circa 20 cm. Het nadeel van een zwaar gewicht is dat het de dobber naar beneden trekt. Kies dus een gewicht dat precies zwaar genoeg is om het aas naar de juiste diepte te laten zinken.
Hoewel een dobber niet perse noodzakelijk is, maakt het vissen wel een stuk makkelijker. Een dobber kan gemaakt worden van alles wat drijft. De dobber zal het haakje met het aas op de gewenste diepte moeten houden. Onthoud dat de vis met enig gemak de dobber naar beneden moet kunnen trekken. Als de vis hier teveel moeite mee heeft zal hij onraad ‘voelen’ en zijn interesse in het aas zal verdwijnen.
Zodra de hengel klaar is kun je het gaan testen. Het beste is om dit te doen op een andere locatie dan dat je wil gaan vissen. Mocht er iets fout gaan dan verstoor je tenminste niet je vislocatie. Als alles werkt kun je gaan vissen. Probeer zo min mogelijk geluid te maken, plaats het aas in het water en ga zitten. Houd de hengel vast in de 90° positie, evenwijdig aan het water. Zodra de dobber beweegt haal je de hengel stevig op naar de 45° positie. Niet te hard, maar wel hard genoeg om de haak in de bek van de vis te zetten. Uiteraard zijn het aantal graden richtlijnen. Houd de draad gespannen tijdens het binnenhalen van de vis. Dit vergroot de kans op het vangen van de vis.